In haar meest recente KEI tijdslijn gaat de Rechtspraak ervan uit dat de nieuwe wetgeving voor 1 april 2016 in het Staatsblad wordt gepubliceerd. Die kans lijkt echter klein.
Weer vertraging?
Vorige maand werd duidelijk dat de implementatie van het digitale procederen in civiele zaken op een andere leest wordt geschoeid en dat voor sommige weinig voorkomende proceshandelingen. De leden van de SP-fractie in de Eerste Kamer hebben de nodige vragen gesteld, waardoor het wel erg krap wordt om de deadline van 31 maart a.s. te halen.
De vragen die betrekking hebben op deze onderwerpen zijn:
- Zien de leden van de SP-fractie het juist dat uit de brieven van de minister van 23 november en 18 februari jl. blijkt dat het tot nu toe door de minister en de Raad gehanteerde tijdschema voor de implementatie van de KEI-wetsvoorstellen niet meer haalbaar is? Zo ja, welk nieuw tijdschema wordt nu gehanteerd door de minister en de Raad? Zo nee, waarom niet?
- Hoe verhoudt deze nieuwe ontwikkeling zich met de mededeling van de minister in de memorie van antwoord van 19 oktober 2015, waar de minister stelt dat de opstartproblemen niet groter zijn dan verwacht?
- Kan de regering de leden van de SP-fractie aangeven wat de financiële gevolgen zijn van de uit de brieven van de minister voortvloeiende bijstellingen?
- Wat bedoelt de minister precies in zijn brief van 23 november 2015, in de laatste zin van de tweede alinea, met de mededeling dat er, om binnen de door de Raad gestelde kaders van tijd en geld, bij de bouw van de bedoelde onderdelen ‘scherper moet worden geprioriteerd’? Hoe zien die prioriteiten eruit?
- Kan de regering e.e.a. financieel op een voldoende inzichtelijke wijze toelichten?
- Wat heeft de afstemming met de Koninklijke Beroepsorganisatie van Gerechtsdeurwaarders (KBvG) en de Nederlandse orde van advocaten (NOvA) op dit terrein tot nu toe opgeleverd?
- Kan de regering op een helder wijze uiteenzetten wat de minister in zijn brief van 18 februari jl. bedoelt met zijn mededeling dat gebleken is dat de kosten en tijdsinvestering door digitalisering van bepaalde handelingen niet in verhouding staat tot de baten? Welke handelingen betreft het hier? Welke kosten zijn/waren aan deze handelingen verbonden? Welk tijdsbeslag was aan deze handelingen verbonden? Om welke baten handelde het in casu en waarom stonden deze baten niet in een redelijke of acceptabele verhouding tot de kosten?
- De minister stelt in dit verband ook dat bij bepaalde handelingen voorlopig binnen de organisatie enkele werkzaamheden handmatig zullen worden verricht. Graag vernemen de leden van de SP- fractie welke handelingen hier bedoeld zijn, om hoeveel handelingen het gaat (per week/maand?), wie deze handelingen moet verrichten en wat de meerkosten van deze handelingen zijn?
- Met betrekking tot het de door de minister vermelde besluit tot een wijziging van de implementatie van de digitalisering van de civiele procedure vernemen de leden van de SP-fractie graag welke motieven en overwegingen aan dit besluit ten grondslag hebben gelegen. En welke bezwaren er gerezen waren? En waarom er besloten is tot een nieuwe werkwijze met een pilot van vijf maanden bij één of twee gerechten? Wat houdt deze pilot in, en welke extra kosten zijn eraan verbonden? Ook vernemen de leden van de SP-fractie graag van de regering of en zo ja in welke mate deze pilot van vijf maanden tot uitstel of vertraging van de implementatie van de digitalisering kan leiden?
Het is nog niet bekend op welke datum deze vragen zullen worden beantwoord.
KEI tijdlijnen
Zoals bekend, heeft het Project KEI al eerder vertraging opgelopen. Voor degene die geïnteresseerd is in de verloop van de planning van KEI kan hieronder doorklikken naar de drie KEI tijdlijnen die tot op heden zijn gepubliceerd door de Rechtspraak:
- Tijdlijn-KEI-versie-oktober 2014
- Tijdlijn-KEI-versie-december-2015
- Tijdlijn-KEI-versie-februari-2016
Ik sluit niet uit dat er nog meerdere KEI tijdlijnen zullen volgen. Wordt vervolgd.
Recente reacties