[Column] Minister Sander Dekker voor Rechtsbescherming staat er niet om bekend feeling te hebben met de rechtsstaat, de advocatuur of de Rechtspraak. Zijn hart lijkt te liggen bij de rechtsbijstandsverzekeraars en dan met name bij Achmea. Gezien zijn streven om de mensen weg te houden van de gefinancierde rechtsbijstand en de rechtspraak – kostenbesparing! – is dit misschien verklaarbaar.

Maar de gevolgen van het beleid van minister Dekker (en zijn voorgangers) begint haar wrange vruchten af te werpen. Advocaten en rechters springen op de barricaden, de Nederlandse Orde van Advocaten heeft de staat van de rechtsstaat als topprioriteit aangemerkt.[1] Er is zelfs een rechter die zijn ontslag indiende vanwege de alsmaar voortdurende bezuinigen op de rechtspraak.[2] Een luisterend oor krijgen zij niet van minister Dekker.

Minister Dekker blijkt een bestuurder die vaart op cijfers en productienormen. Hij lijkt te weten wat rechtsbescherming inhoudt en wat het belang daarvan is. Eerder ondervond het onderwijs de negatieve gevolgen van deze benadering al. De minister bestuurt vanuit de visie van new public management. Deze besturingsfilosofie in de jaren 80 van de vorige eeuw voet aan de grond bij de Nederlandse overheid. Centraal staat dat de overheid moet functioneren, zoals de markt functioneert. Dit betekent dat efficiency en effectiviteit centraal staan en er moet bedrijfsmatig gedacht worden.

Mak (in 2008[3]) en Loth (in 2015[4]) schreven al dat new public management een belangrijk instrument is bij het meten van de kwaliteit van de Rechtspraak, maar dat dit niet dominant mag zijn. Beiden constateren dat dit wel het geval is. Ook het in maart 2019 verschenen Rapport visitatie gerechten 2018[5] benoemt dit expliciet. De new public management benadering past niet bij de aard van de rechtspraak, gelet op de rechtsstatelijke en maatschappelijke taken van de rechtspraak. De visitatiecommissie meent dan ook dat de besturingsfilosofie new public management moet worden heroverwogen.[6]

Zit iemand die enkel en alleen uitgaat van getallen, productienormen en bezuinigingen op de juiste plek als minister voor rechtsbescherming? De vraag stellen, is hem beantwoorden.

Ik heb niet de illusie dat deze column zal leiden tot afschaffing of vermindering van new public management binnen de rechtspraak of tot de benoeming van een nieuwe minister voor rechtsbescherming. Wel is inmiddels duidelijk dat niet iedereen geschikt is voor de functie van minister voor rechtsbescherming. Het functieprofiel van de minister voor rechtsbescherming moet dan ook worden uitgebreid met de competentie ‘enig benul van de rechtsstaat en de rechtspraak’. Misschien dat het dan toch nog goed komt met de rechtsstaat en de rechtspraak.

Citeertitel: J.M. Veldhuis, Enig benul, BER 2019-3, p. 30.

=====

[1] Algemene raad presenteert prioriteiten NOvA, https://www.advocatenorde.nl/nieuws/algemene-raad-presenteert-prioriteiten-nova.

[2] Bossche rechter is bezuinigingen beu en dient ontslag in, https://www.bd.nl/den-bosch-vught/bossche-rechter-is-bezuinigingen-beu-en-dient-ontslag-in~a129ff8b/.

[3] Mak, Rechtspraak & rechtspraak: een precaire balans, Rechtstreeks 2008, nr. 4, p. 11.

[4] M. Loth, Leren oordelen: Over de sturing op kwaliteit in de rechtspraak, Trema 38 (10), p. 332-339.

[5] Rapport visitatie gerechten 2018: Goede rechtspraak, sterke rechtsstaat, Den Haag, maart 2019.

[6] Rapport visitatie gerechten 2018: Goede rechtspraak, sterke rechtsstaat, Den Haag, maart 2019, p. 39 en 40.

Geverifieerd door MonsterInsights