Sinds 1 april 2021 liggen advocaten aan banden voor wat betreft de omvang van processtukken in hoger beroep. Processtukken mogen maximaal 25 pagina’s (in principaal beroep) of 15 pagina’s (in incidenteel beroep) omvatten. Je kan om ontheffing vragen om een langere memorie in te dienen. Doe je dat niet en is je memorie te lang, dan stuurt de griffie de memorie terug. Binnen twee weken kan je een aangepaste, kortere memorie indienen.[1] Dit alles om de achterstanden bij de Rechtspraak weg te werken en de doorlooptijden te verkorten. Deze regeling komt uit de pen van het Landelijk Overleg Vakinhoud Civiel Hoven (‘LOVCH’).
Er was (en is) veel kritiek op deze regeling. Eén van de kritiekpunten was dat voorafgaand aan het instellen van de maatregel geen enkel onderzoek had plaatsgevonden. Ook ik was (en ben nog steeds) kritisch op de limitering van processtukken in hoger beroep. [2] Toen ik de kop van het nieuwsbericht op rechtspraak.nl “Regeling voor kortere processtukken in hoger beroep werkt goed” las, was ik dan ook zeer benieuwd.
Uit het nieuwsbericht blijkt dat een evaluatie heeft plaatsgevonden.[3] Het LOVCH evalueerde haar eigen regeling. De voorzitter van het LOVCH wordt aangehaald in het nieuwbericht: “Uit de evaluatie blijkt dat de regeling werkt”.
Als je de evaluatie leest, dan valt er het nodige af te dingen op de evaluatie en de conclusie. De evaluatie is uitgezet in de zomer van 2023. Dat is het moment dat veel mensen met vakantie zijn. De evaluatie is gebaseerd op reacties van slechts 91 advocaten en een onbekend aantal raadsheren. Hier komt bij dat niet alle enquêtes volledig zijn ingevuld.[4] Van een representatieve steekproef is dus geen sprake. Verder ontbreken de (geanonimiseerde) reacties van de respondenten, waardoor de bevindingen niet controleerbaar zijn.
Van de raadsheren die reageerden, is niet bekend bij welk gerechtshof ze werken. En zitten hier ook personen bij die in het LOVCH zitten? Waarom ontbreken deze gegevens?
Ook klopt de conclusie van het rapport niet. Volgens de conclusie wordt er “overwegend positief gereageerd op de ingevoerde limieten voor het aantal bladzijden van processtukken”.[5] Als je de cijfers erbij pakt, dan blijkt dat slechts 33 van de 91 advocaten positief zijn over de limitering van processtukken in hoger beroep.[6] Toch handhaaft de Rechtspraak de limieten op basis van deze onjuiste conclusie.[7]
Dit zijn enkele punten die mij opvielen. De NovA formuleert nog meer kritiekpunten in haar reactie op het Evaluatierapport.[8]
Dat de Rechtspraak op basis van dit zeer gebrekkige evaluatierapport de regeling handhaaft, is op zijn minst onzorgvuldig te noemen.
Persoonlijk vind ik het teleurstellend dat het evaluatierapport langer is dan 25 pagina’s (practise what you preach). Eigenlijk zou het rapport moeten worden teruggestuurd en moet het LOVCH binnen twee weken een nieuw rapport van maximaal 25 pagina’s indienen.
Nog beter is het om een onafhankelijke partij een nieuwe evaluatie te laten uitvoeren. Deze partij moet een representatief aantal advocaten en raadsheren interviewen en/of een enquête laten invullen en deze als geanonimiseerde bijlage bij het evaluatierapport voegen. De onderzoeksvraag moet zijn of de limitering heeft gebracht wat het onderbuikgevoel (want er is geen onderzoek verricht) destijds ingaf, namelijk is de doorlooptijd afgenomen door de inkorting van processtukken? Hierbij moet logischerwijs ook met andere factoren rekening worden gehouden, zoals het zaakaanbod en de bezetting van de gerechtshoven. Is de uitkomst dat de regeling niet heeft geleid tot kortere doorlooptijden, dan moet de limitering moet worden afgeschaft.
Deze column is afgesloten 29 oktober 2024.
Citeertitel: J.M. Veldhuis, Evaluatie limitering processtukken en de onderbuik van de Rechtspraak, BER 2024/8, p. 26-27.
[1] Art. 2.13.1 en art. 2.13.2 Landelijk procesreglement voor civiele dagvaardingszaken bij de gerechtshoven, 16e versie en art. 1.1.1.10 en art. 1.1.1.11 Procesreglement verzoekschriftprocedures
handels- en insolventiezaken gerechtshoven, 16e versie.
[2] J.M. Veldhuis, Doorlooptijden: advocaat los het op!, BER 2021, afl. 2, p. 23-24.
[3] Landelijk Overleg Vakinhoud Civiel Hoven, Evaluatie limitering processtukken bij de civiele afdelingen van de gerechtshoven, zomer 2024 (‘Evaluatierapport’).
[4] Evaluatierapport, p. 4.
[5] Evaluatierapport, p. 3.
[6] Evaluatierapport, p. 8.
[7] Evaluatierapport, p. 6.
[8] Reactie van de Adviescommissies Intellectueel Eigendom (IE) en Burgerlijk Procesrecht (BPR) op het LOVCH Rapport “Evaluatie limitering processtukken bij de civiele afdelingen van de gerechtshoven” (zomer 2024).
Recente reacties